LEERLING

Kijk binnen bij de Pater Karel Kapel!

Via onderstaande 3d-tour kun je een heus kijkje nemen in de kapel

Wat krijg je te zien? Zoek en ontdek deze interessante plekjes!

Door dit grote beeld van Jezus zie je duidelijk ter ere van wie de kapel is ingericht. Ook kun je het beeld zo makkelijk aanraken. En dat mag! Als je goed kijkt zie je dat dat ook al vaak is gebeurd door  pelgrims voor bescherming door Jezus. De Passionisten, en dus ook pater Karel, zijn Jezus dankbaar voor zijn lijden aan het kruis. Daarmee zijn ook al onze fouten en vergissingen vergeven.

Dit gebeeldhouwde portret van Pater Karel werd gemaakt door broeder Lucas uit de trappisten-abdij in Tegelen. Het portret stond al vóór zijn heiligverklaring in het dorp, op de hoek van Kleine Kommel – P.C. Houbenstraat. Pater Karel was namelijk al lang heel bekend en populair bij de Limburgse mensen.

Deze grafsteen komt van het graf van pastoor Peter Delahaye. Hij doopte Pater Karel als baby in zijn parochie in Munstergeleen. Dus door hem heeft Pater Karel zijn eerste aanraking met God gekregen. Het wijwater zorgde bij zijn doopsel voor het begin van een nieuw leven: als christen, in de kerkgemeenschap van Munstergeleen.

De ruimte, die nu als de bedevaartskapel van Pater Karel is ingericht, was in de jeugd van Pater Karel de schuur van zijn familie. Zijn vader was molenaar en borg daar allerlei spullen op die voor een boerderij en molen noodzakelijk waren. Toen Pater Karel en zijn zorg voor de mensen steeds bekender werd, besloot men de grote ruimte van deze schuur in te richten als kapel.
Dit wijwaterbekken komt uit de oude kerk van Munstergeleen, die nu niet meer bestaat. Bijna alle bezoekers van de kapel maken, bij binnenkomst, een kruisje met het wijwater. Dit herinnert ze aan hun eigen doopsel. Daarmee begon voor hen een nieuw leven: als christen in de kerk van Jezus Christus. Een gemeenschap van mensen over de hele wereld.
Bij de inwijding op 8 december 1954 tot kapel, is deze gedenksteen in de achterste muur van de Pater Karel Kapel geplaatst. In iedere ruimte die is gewijd als kerkgebouw, vind je zo’n gedenksteen terug. Ook hier is de Pater Karel Kapel op deze manier tot een openbare kerkruimte verklaard.

In deze nis zie je een houten beeld van Pater Karel. Aan de voeten van het beeld staat een reliekhouder met een vingerkootje van Pater Karel. Zo krijgen de gelovigen het gevoel dicht bij hem te kunnen zijn. Rond zijn reliek worden heel veel kaarsen gebrand. Ook zetten mensen foto’s en bidprentjes neer, als tastbaar bewijs dat ze hun gebed aan Pater Karel hebben toevertrouwd.

De ruimte waarin het altaar staat, wordt het priesterkoor genoemd. Dat is het gedeelte van de kapel/ een kerk waar de priester voorgaat in de eucharistieviering. ‘Eucharistie’ komt vanuit het Grieks en betekent ‘dankzegging/ dankbaar zijn ’.
Het woord ‘engel’ komt van het Griekse ‘angelos’ en betekent ‘boodschapper’. De engel is een boodschapper van God en zorgt voor de verbinding tussen God en de mensen. Daarom worden ze vaak met vleugels afgebeeld. Engelen bieden ons ook bescherming. De meest bekende beschermengelen zijn Gabriël, wat ’man van God’ betekent en Michaël, wat ’wie is als God’ betekent.

Rechts van het altaar hangt een Godslamp. Als deze brandt is dat een teken van Gods aanwezigheid in de kapel.

Tegen de achterwand staat het altaar. Dat is een soort tafel waar tijdens de mis brood en wijn op worden gezet om te worden gezegend door de priester. Het is daarmee een heel bijzondere plaats, waar God en de mens dicht bij elkaar komen.
Het onderste deel van het altaar heet de ‘tombe’. Dat komt van het Griekse ‘tumbos’ dat graf(heuvel) betekent. Daardoor herinnert deze ‘tombe’ ons aan het graf van Jezus.

De bovenbouw van het altaar, dat is versierd met houtsnijwerk, heet ‘retabel’. Dat komt van het Latijnse ‘retro’ dat ‘aan de achterkant’ betekent en ‘tabula’ dat ‘tafel, altaar’ betekent. Het retabel is dus een versierde wand die aan de achterkant op het altaar staat. Hierop zie je afbeeldingen uit de bijbel. Dat is het heilige boek van de christenen, met daarin het Woord van God.

Het tabernakel is een versierde, brandwerende kluis waarin geconsacreerde hosties worden bewaard: het brood dat is veranderd in het Lichaam van Jezus. Het tabernakel herinnert aan de tent, waarin de stenen tafelen met de tien geboden werden bewaard op weg van Egypte naar het beloofde Land. Op dit tabernakel zie je dat Maria van de engel Gabriël hoort dat ze moeder zal worden van Jezus.

Boven het tabernakel staat een kruis. Op deze plaats wordt tijdens een viering het ‘Allerheiligste’ aanbeden: de hostie waarin het lichaam van Jezus aanwezig is. Om dit Heilig Brood goed te kunnen zien en eer te kunnen bewijzen, wordt deze geplaatst in een ‘monstrans’: een versierde houder voor de hostie.

In de kapel ligt een intentieboek. Hierin schrijven mensen hun gebeden, vragen en zorgen of datgene waar ze dankbaar voor zijn. Voor al deze intenties wordt tijdens een gebedsdienst door de aanwezigen in de kapel gebeden. Ze worden ook allemaal bewaard in het archief van de kapel. Iedereen die daar behoefte aan heeft, kan hierin iets schrijven, dus ook jij.

Aan de poort hangen heel veel rozenkransen die door mensen achtergelaten zijn. De 60 kralen zijn een hulpmiddel bij het bidden: bij elke kraal bid je een gebed. Zo bid je ook herhaaldelijk het ‘Wees gegroet Maria’. Door die herhaling word je rustig en aandachtig. Maria wordt ook wel de ‘mystieke roos’ of ‘roos zonder doornen’ genoemd. Vandaar de naam ‘rozenkrans’.
In de woonkeuken vond het dagelijkse leven plaats. In de open haard werd er gekookt. De tekst boven de open haard komt uit het gebedenboek van de vader van Pater Karel. Helaas is dit verloren gegaan, maar een zus van Pater Karel kon zich deze tekst nog herinneren.

De tafel komt nog uit de bezittingen van de familie Houben. Hier heeft dus ook Pater Karel als kind aan gezeten.

De deuren tegenover de open haard zijn van een bedstede. Dat is een in de muur ingebouwde slaapplaats in de vorm van een kast, die afgesloten kan worden met deurtjes. Hierin sliep men zittend. Het voordeel van deze kleine ruimte was dat er geen aparte slaapkamer nodig was en dat de ruimte werd opgewarmd door je eigen lichaamswarmte.

Via de deur kom je in de spreekkamer. Daar worden bezoekers ontvangen voor een persoonlijk gesprek of een biechtgesprek. Tijdens een biechtgesprek vertelt iemand aan de priester waar hij/zij spijt van heeft. Aan het einde vergeeft Jezus, door de priester, de biechteling en zendt hem of haar heen in vrede. Dit kan mensen een groot gevoel van opluchting geven en een kans om opnieuw te beginnen.

Via deze deur kom je in de museumruimte. Hier worden wisselende tentoonstellingen gehouden. Ook zie je belangrijke dingen uit het leven van Pater Karel. Er is een glazen maquette van de kapel en het geboortehuis van Pater Karel. Hierin liggen spullen die te maken hebben met het leven van Pater Karel.
Zo ligt er ook een snuifdoos. Snuiftabak wordt opgesnoven met de neus en is een zeer fijne tabak die bereid is met allerlei kruiden. In de tijd van Pater Karel werd dit veel gebruikt; hijzelf gebruikte het ook. Men dacht vroeger dat er hierbij geen nicotine vrijkwam, maar toch is dit wel het geval.

Hier zie je schilderijen van het ouderlijk huis van Pater Karel en het Passionistenklooster in Ere (dat in België ligt). In dit klooster is Pater Karel in 1845 gaan wonen om Passionist te worden.

Het water in dit wijwatervat wordt gezegend met een ‘reliek’ van Pater Karel. Mensen kunnen dit water mee naar huis nemen. Zoals Pater Karel dit tijdens zijn leven deed, zo doen wij dit na zijn dood nog steeds. Dit gewijde water helpt mensen bij hun gebed om steun en genezing. We bidden dat God door het gebruik van dit water voor ons mag zorgen.
Op dit schilderij staat pater Karel voor Mount Argus. In dit klooster heeft hij de langste tijd van zijn leven gewoond en heeft hij de mensen gezegend. Na zijn dood is hij hier begraven. Hij was heel populair bij de mensen, die hem ook na zijn dood bleven vereren. Daarom komen nog steeds vele duizenden pelgrims per jaar op bedevaart naar Mount Argus. Net als hier in Munstergeleen.
Voor het schilderij met het klooster in Dublin staat dit knielbankje. Bij het bidden praat je met God (ook al hoor je meestal niets terug). Maar je bidt niet alleen met je mond. Je hele lichaam kan meedoen. Zo knielen mensen soms als ze bidden. Dat is een gebaar van overgave. Zo is het ook als we tot God bidden: Hij/Zij is groter dan we maar kunnen denken. Daarom knielen we.

De reliek (= een stukje van het bot of een haar van een heilige, of iets wat de heilige heeft aangeraakt) van Pater Karel helpt ons om dicht bij hem te zijn. Zo kunnen we hem vragen om een goed woordje voor ons te doen bij God, als we via hem tot God bidden.

De Heilige Gemma wordt door de Passionisten en Passionistinnen bijzonder vereerd. Zij wilde Passionistin worden, maar haar gezondheid was te slecht om in een streng klooster te kunnen leven. Ze probeerde mee te lijden met het lijden van Jezus. Dat heeft altijd veel indruk op mensen gemaakt. In Sittard staan het Gemmaklooster en de Gemmakapel, die je nog altijd kunt bezoeken.

Bij het Heilig Hart Beeld wijst Jezus op zijn hart. Dat staat symbool voor de liefde van God voor de mensen. Een hartje in een afbeelding betekent dat je van iemand houdt. Ons hart slaat op hol als we iemand zien van wie we veel van houden. Zo is het ook met het beeld van het Heilig Hart van Jezus: het laat zien hoeveel God van ons houdt. Voor die liefde van God stond Pater Karel altijd open.

In de poort bij de ingang van de geboortekamer staat de volgende (vertaalde) tekst: ‘Dit is gebouwd door de kinderen van Peter Mouen zaliger en Catrina Quatfleg. Anno 1736. Looft God boven al. D(en) 2 oktober. Dit huis staat in Gods hand. God beware het voor vuur en brand. Amen. Feuer geschiedt buiten menselijke controle. Brand vindt plaats onder menselijke controle.’